Rundvee

Longwormen

Longwormen (Dictyocaulus viviparus) veroorzaken bij runderen infecties aan de luchtwegen. Longwormen kunnen bij zowel kalveren als pinken als vaarzen als volwassen koeien een probleem zijn. Kalveren kunnen in extreme gevallen sterven aan een longworminfectie. In minder ernstige gevallen kan er duidelijke groeivertraging optreden. Bij koeien kan een longworminfectie melkproductievermindering veroorzaken.

Oorzaak

Jongvee dat in de wei loopt, heeft een groot risico besmet te raken met longworm. De larven worden via het gras opgenomen en maken een trektocht door het lichaam, van de darm naar de longen. Daar groeien de larven uit tot volwassen longwormen, die flinke schade kunnen aanrichten. Ze vermenigvuldigen zich hier ook. De larven worden opgehoest en komen zo weer in de weide terecht, waar ze andere runderen besmetten. Ook pinken en vaarzen die als kalf niet in de wei hebben gelopen, kunnen besmet raken met longworm. Deze dieren hebben geen weerstand tegen de longworm met als gevolg longschade.

Symptomen

Longworminfecties leiden tot milde symptomen van hoest tijdens inspanning tot hoesten en ernstige benauwdheid, groeivermindering en ontwikkelingsachterstand, toegenomen vatbaarheid voor virussen en bacteriën. Bovendien kunnen longwormen sterfte onder kalveren en productievermindering onder melkvee veroorzaken. Een van een ernstige longworminfectie genezen kalf zal dan ook maar zelden uitgroeien tot een dier met voldoende productie.

Diagnose, bestrijding en preventie

De diagnose wordt meestal gesteld op basis van de symptomen in combinatie met de weidegang.
Een verdenking op longworminfectie kan bevestigd worden door laboratoriumonderzoek. Door middel van microscopisch onderzoek kunnen in de mest larven worden aangetoond. Bloed kan worden onderzocht op afweerstoffen.
Een longworminfectie is te behandelen door het gebruik van ontwormmiddelen via injectie of pour-on.
Preventief kan worden gevaccineerd tegen longworm. Door vaccinatie wordt op een natuurlijke manier immuniteit opgebouwd tegen longworm.
Al het vee dat nog niet immuun is voor longworm komt in aanmerking voor longwormvaccinatie. Dus ook die vaars of die drachtige pink. Planning hierbij is wel erg belangrijk. De eerste enting moet zes weken voor het naar buiten gaan gegeven worden. De tweede enting vier weken hierna. Twee weken na de tweede enting moet het dier naar buiten.

U hebt zojuist een Premium artikel gelezen.
Wilt u onbeperkt artikelen lezen op veehouderenveearts.nl, neem dan contact op met uw dierenarts
Meer over:
Rundvee
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Veehouder & Veearts volledige toegang

Nieuwsbrief Wilt u volledige toegang tot de website en het magazine thuis ontvangen? Neem dan contact op met uw dierenarts.