Infectieuze bronchitis (IB) is een zeer acute en besmettelijke ziekte bij pluimvee. De gemiddelde schade door IB op de Nederlands pluimveebedrijven is onbekend.
Oorzaak
IB wordt veroorzaakt door het infectieuze bronchitis virus (IBV) dat behoort tot de coronavirussen. Er zijn veel verschillende serotypen van het virus en het virus kan snel muteren. Het virus kan door direct en indirect contact worden overgebracht.
Verschijnselen
Pluimvee met IB heeft last van benauwdheid, hoesten, proesten, snotteren en natte ogen. Maar het virus kan ook het legapparaat, de nieren en de darmen aantasten. Secundaire infecties, bijvoorbeeld met de E. coli-bacterie, kunnen ervoor zorgen dat de dieren zieker worden.
De ziekte veroorzaakt verminderde groei, een slechtere voerefficiëntie en een verhoogde uitval. Bij leghennen en moederdieren worden ook daling in eiproductie en eikwaliteit waargenomen. Infectie tijdens de leg kan leiden tot een daling van de eiproductie van 10 procent of meer. Eischalen zijn vaak misvormd en dunner waardoor ze sneller breken. Ook schijnleg komt voor.
Bij opfokhennen of hennen die nog niet in productie zijn, kan het virus permanente schade veroorzaken. Dit kan leiden tot een beperkte eiproductie later tijdens de productiecyclus.
Behandeling en preventie
Een specifieke behandeling tegen IB bestaat niet. Wel kan preventief worden gevaccineerd. Maar de introductie van alsmaar nieuwe stammen is het grote probleem van IB. Daarnaast kunnen in een regio wel vier tot vijf stammen naast elkaar voorkomen. Een combinatie van vaccins moet een brede bescherming geven, maar de resultaten vallen in de praktijk nogal eens tegen. De beschermingsgraad is soms maar 30 tot 50 procent en een beschermingsgraad van 100 procent is nagenoeg onhaalbaar. De beschermingsgraad hangt ook af van de zorgvuldigheid waarmee gevaccineerd wordt. Een optimale bescherming wordt verkregen door meerdere vaccinaties.