Zoönosen

Toxoplasmose

Toxoplasmose is een parasitaire infectie die onder andere voorkomt bij varkens. Het is een zoönose, een ziekte die van dieren op mensen kan overgaan. De ziekteverwekker nestelt zich in de spieren van het varken waarna mensen besmet kunnen worden door het eten van onvoldoende verhit schapen-, geiten- en varkensvlees.

Oorzaak

Toxoplasma is een eencellige parasiet. Deze komt voor in de darmen van katten en lijkt op coccidiose. Katten zijn de eindgastheer. Na besmetting scheiden katten gedurende korte tijd veel oocysten (eitjes) uit. Andere dieren inclusief de mens (de tussengastheren) kunnen besmet worden door de oocysten uit kattenontlasting. Bij de tussengastheer kunnen daardoor ergens in het lichaam cysten (blaasjes) ontstaan. Afhankelijk van de plaats van die cysten kunnen mensen en dieren ziek worden. Dat varieert van een beetje spierpijn tot psychiatrische stoornissen. Als cysten ontstaan in de hersenen is dat riskant. Dat geldt ook als zwangere vrouwen besmet raken, omdat de cysten zich kunnen nestelen in het ongeboren kind. Verder kunnen vooral mensen met een verzwakte afweer problemen krijgen na een infectie. Oocysten in de spieren van bijvoorbeeld varkens kunnen tot een besmetting leiden als het vlees wordt geconsumeerd. In feite ontstaan de meeste gevallen van toxoplasmose bij de mens door het eten van onvoldoende verhit besmet vlees. Veehouders kunnen besmet raken als besmette ontlasting de stal of de omgeving daarvan heeft besmet.

Verschijnselen dier

Bij landbouwhuisdieren zien we vrijwel geen symptomen ten gevolge van een Toxoplasma-infectie. Hetzelfde geldt voor katten. Een enkele keer worden wel bij jonge katjes ziekteverschijnselen gezien (diarree, hersenvliesontsteking, leverontsteking, longontsteking). Een relatief veel voorkomend probleem bij landbouwhuisdieren, met name bij schapen, is het optreden van abortus.

Verschijnselen mens

Een Toxoplasma-infectie bij de mens, door opname van oöcysten of besmet vlees, wordt vaak niet opgemerkt, aangezien de infectie zelden tot ziekteverschijnselen leidt. Eventuele tekenen van infectie zijn weinig specifiek: moeheid, lusteloosheid, soms wat koorts. Bij een minder frequente vorm, die sterk doet denken aan de ziekte van Pfeiffer, worden daarnaast ook vergrote lymfeknopen gezien, evenals spierpijn, lever- en miltvergroting. Soms vertoont de patiënt een ernstiger ziektebeeld, dat is vooral het geval als er sprake is van een verminderde afweer. Ernstige oogontstekingen, longontsteking en hersenvliesontsteking kunnen dan optreden. Bij tien procent van de Europese HIV geïnfecteerde patiënten veroorzaakt een Toxoplasma-infectie hersenabcessen en hersenontstekingen.
Bij besmetting in de loop van het eerste trimester van een zwangerschap kan, als de parasier erin slaagt de placenta te doordringen, de vrucht afsterven en in de meeste gevallen is er dus sprake van een miskraamIn de andere gevallen kan abortus overwogen worden omdat het risico hoog is dat de baby gehandicapt is.
In de loop van het tweede trimester, en meer bepaald vanaf de vijfde maand, wordt de placenta beter doordringbaar en kan de parasiet makkelijker de ongeboren baby aantasten. Als de besmette moeder dus niet dringend behandeld wordt, kan het fatale gevolgen hebben voor het kind (blindheid, oogletsels, hersenbeschadiging).
In de loop van het derde trimester is er nog meer kans op besmetting. De gevolgen van besmetting zijn echter minder erg in deze periode.

Behandeling en preventie

Uit het lage besmettingspercentage bij vleesvarkens blijkt dat de moderne vleesvarkenshouderij goed in staat is om de infectie te voorkomen. Belangrijk daarbij is dat katten geen toegang hebben tot de stal en het voer van de varkens. Verder moeten muizen en ratten afdoende bestreden worden en moet kannibalisme zoveel mogelijk voorkomen worden. Varkens die uitloop hebben of oppervlaktewater drinken, lopen meer kans op besmetting. In het geval van schapen en geiten is zorg voor een perfecte hygiene van groot belang. Bij het afkalven of rond de geboorte van geiten en lammeren is beschermende kleding sterk aan te raden. Contact tussen handen en gezicht moet vermeden worden.Toxoplasmose bij de mens gaat vanzelf over. Een behandeling is daarom meestal niet nodig. Alleen zwangere vrouwen moeten zich wel laten behandelen, want de ziekte is gevaarlijk voor het  ongeboren kind. Via bloedonderzoek kan worden vastgesteld of iemand al immuun is voor de ziekte. Als dat niet het geval is, kunnen medicijnen uitkomst bieden. Er bestaan ook methoden om de baby te behandelen als na de geboorte duidelijk wordt dat hij besmet is met toxoplasmose. Welke behandeling het kind krijgt, hangt af van de ernst van de besmetting en van de specifieke afwijkingen die hij hierdoor heeft gekregen. Vaccineren is helaas niet mogelijk. Na enkele weken of maanden is de ziekte toxoplasmose over. De Toxoplasma-parasiet zit dan ergens in het lichaam en richt verder geen schade meer aan. Ongeveer 40 procent van de Nederlandse bevolking is immuun voor toxoplasmose nadat ze de ziekte eenmaal hebben gehad.

  • Toxoplasmose gondii – VWA
  • Besmettingsroute Toxoplasmose – WUR
  • Toxoplasmose – RIVM
U hebt zojuist een Premium artikel gelezen.
Wilt u onbeperkt artikelen lezen op veehouderenveearts.nl, neem dan contact op met uw dierenarts
Meer over:
Zoönosen
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Veehouder & Veearts volledige toegang

Nieuwsbrief Wilt u volledige toegang tot de website en het magazine thuis ontvangen? Neem dan contact op met uw dierenarts.