Op veel melkveebedrijven is meer uit de jongveeopfok te halen. Dat blijkt uit een onderzoek naar de waarde van het JongveeKompas voor veehouders. Het JongveeKompas is een nieuw instrument voor het beoordelen van de risico’s op het bedrijf. Niet overal blijken veehouders zich de risico’s te realiseren.
Het onderzoek naar de waarde van het JongveeKompas werd gedaan door Katinka de Rooij, tot voor kort student aan Hogeschool Van Hall Larenstein. Zij toetste in hoeverre de eigen inzichten van veehouders over de opfok van hun jongvee overeenkomen met de scores van het JongveeKompas. Rundveedierenarts Toon Meesters van praktijk Vee & Arts in Bergen op Zoom begeleidde het onderzoek.
Belangrijkste verbeterpunten
Het JongveeKompas loopt systematisch alle onderdelen van de jongveeopfok langs. “Dat levert een goed beeld op van waar de risico’s liggen”, vertelt De Rooij. Waar liggen de belangrijkste verbeterpunten op de bedrijven die deelnamen aan het onderzoek?
1. Droogstandsrantsoen: voor een stevig en vitaal kalf moet het ruw eiwitgehalte in de laatste drie weken van de droogstand boven de 14 procent liggen. Het ruw eiwitgehalte in het droogstandsrantsoen wordt echter vaak niet berekend en is dus niet bekend.
2. Biestkwaliteit: de kwaliteit van de biest (hoeveelheid antistoffen) wordt op veel bedrijven niet gemeten.
3. Speenemmers: de speen op de emmers zitten geregeld gedraaid wat de melkopname bemoeilijkt (het speengat moet op stand ‘+’ staan).
4. Watervoorziening bij jongveebrok: bij de brok wordt geregeld geen water verstrekt. Alleen met water kan het dier de brok goed verwerken. Zodra het kalf brok krijgt, moet er dus ook water aangeboden worden.
5. Ruwvoer bij jongvee vanaf 10 maanden: hierin wordt nogal eens schimmel aangetroffen (het ligt te lang).
6. Stalhygiëne: de ligboxen zijn vuil, de roosters vies en glad. Op verschillende bedrijven mag er vaker worden schoongemaakt.
7. Watervoorziening: de doorstroomsnelheid van te veel waterbakken is te traag. Het duurt lang voordat er voldoende water beschikbaar is.
Eigen inschattingen veehouders
“De veehouders zijn in het algemeen positief over hun jongveeopfok”, concludeert De Rooij op basis van de interviews. Dat is niet altijd terecht, zo blijkt uit de scores van het JongveeKompas. “Voor de aspecten ‘dierziekten’ en ‘huisvesting’ blijken de veehouders een goed beeld te hebben van de situatie op hun bedrijf. Hun eigen beoordeling komt goed overeen met de scores uit het JongveeKompas. Voor de andere aspecten is dat minder het geval. Niet overal blijken veehouders zich de risico’s te realiseren.”
Volgens dierenarts Toon Meesters is er op veel bedrijven veel meer uit de jongveeopfok te halen. “De druk op een goede jongveeopfok wordt steeds belangrijker met alle milieuwetgeving waaraan veehouders moeten voldoen. Het is dan zaak zo weinig mogelijk dieren op te fokken waarbij ieder kalf uitgroeit tot een goed ontwikkelde en gezonde vaars.”
Het hele artikel ‘Meer halen uit jongveeopfok’ staat in vakblad Veehouder en Veearts.
