Gebruikelijk is dat paarden in het voorjaar hun wintervacht verliezen. Wanneer deze verharing traag verloopt of zelfs achterwege blijft, kan dit wijzen op de ziekte van Cushing.
Een van de opvallendste kenmerken van de ziekte van Cushing bij het paard is overmatige haargroei en dat kan ertoe leiden dat meer scheerbeurten per winter noodzakelijk zijn dan voorheen. Opgemerkt dient te worden dat dit proces heel geleidelijk over vele jaren kan voortschrijden, waardoor de afwijkende vacht soms als normaal wordt beschouwd of zelfs niet wordt opgemerkt.
De snelle haargroei lijkt ook tot een structuurverandering van de haren te leiden, waardoor een neiging tot krulvorming ontstaat. Zie foto (Bron foto: H. van der Kolk). Het ontstaan van lang, krullend haar (vaak gepaard gaand met zweetplekken) is eveneens een aanwijzing voor de ziekte van Cushing. De derde vachtafwijking, die kan worden waargenomen is kleurverandering van de haren. Leidt ouderdom meestal tot vergrijzing, in geval van de ziekte van Cushing bij het paard komt het nogal eens voor dat de haren goudkleurig worden. Kortom, het goed bekijken van de vacht is van belang voor het vroegtijdig onderkennen van de ziekte van Cushing.
Het artikel ‘Paard met Cushing heeft levenslang’ is te lezen in Veehouder en Veearts, editie oktober 2013. Het artikel is geschreven door dierenarts Han van der Kolk.
Ziekte van Cushing – Dierziekten-ABC