Paarden | Rundvee | Schaap-Geit | Zoönosen

Miltvuur (Antrax)

Miltvuur of antrax wordt veroorzaakt door de miltvuurbacterie: Bacillus anthracis. De ziekte is bij mensen en dieren al heel lang bekend: het was een van de tien plagen van Egypte in de tijd van Mozes.

Oorzaak

Bacillus anthracis kan op verschillende manieren de mens besmetten. Het inademen van sporen na het opgraven van een besmet kadaver is een mogelijkheid. Of via wondjes in de huid kunnen mensen zich besmetten. Ook het eten van onvoldoende verhit, besmet vlees, is een mogelijke route. Ten slotte zouden sporen expres verspreid kunnen worden bij bioterroristische aanvallen, bijvoorbeeld via ‘poederbrieven’. Die sporen worden dan ook ingeademd. De dosis die nodig is om ziek te worden, is niet bekend en is per persoon en per infectieroute verschillend.
De bacterie gaat onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld in een kadaver, sporen vormen. Dat is een soort slaaptoestand van de bacterie, waardoor die gedurende vele jaren kan overleven. Als de omstandigheden voor de bacterie gunstig worden (vrij hoge temperatuur en hoge luchtvochtigheid), gaan de sporen weer ontkiemen en kunnen de bacteriën zich gaan vermenigvuldigen.
In de eerste helft van de vorige eeuw kwam miltvuur nog regelmatig in Nederland voor, maar sinds de invoering van de destructiewet in de vijftiger jaren is het aantal gevallen zeer drastisch afgenomen. Dat betekent niet dat de ziekte helemaal nooit meer voorkomt in ons land, maar wel dat het uiterst zeldzaam is geworden. In totaal werden sinds 1976 (toen de ziekte aangifteplichtig werd) slechts zeven gevallen van miltvuur bij mensen gemeld. In andere delen van de wereld komt miltvuur nog wel veelvuldig voor.

Verschijnselen dier

Vooral planteneters zijn gevoelig voor miltvuur. Enkele minuten na het optreden van de eerste verschijnselen krijgen ze heftige ademhalingsproblemen en sterven. Ze vallen neer en er komt bloed uit de lichaamsopeningen, dat op de bek en de neus als rood schuim te zien is. Meestal zijn ze al dood voordat door de eigenaar andere symptomen ziet. Als de ziekte iets langer duurt, hebben de dieren hoge koorts en bloed in ontlasting en urine. Ook dan sterven ze vaak snel. Andere dieren, zoals varkens en vleeseters, zijn ook gevoelig voor de ziekte, maar gaan er minder snel dood aan. Bij deze dieren zien we eerder lokale processen dan de systemische vorm. Varkens ontwikkelen meestal keelmiltvuur, dat zorgt voor zwellingen in de nekregio. Deze zwellingen kunnen zo groot worden, dat de dieren alsnog stikken, maar meestal overleven ze het wel. Honden ontwikkelen vaker darmmiltvuur, waarbij een darmontsteking ontstaat die diarree kan geven. Soms zijn hierbij zelfs helemaal geen verschijnselen te zien.

Verschijnselen mens

Bij mensen komen drie vormen van miltvuur voor: de longvorm, de huidvorm en de systemische vorm.
De huidvorm is de vorm van miltvuur die in 95% van de gevallen voorkomt en het is de minst ernstige vorm. Het ontstaat na besmetting via de huid. Er vormt zich een pijnloos, jeukend bultje op de handen, in de nek of het gezicht. Na 2-3 dagen gaat dit over in een blaartje en daarna in een zweer die bedekt wordt met een zwarte korst. Daaromheen ontstaat vaak een flinke zwelling en een krans van blaasjes. Nadat de korst weg is, blijft een permanent litteken over. Soms gaat de huidzweer gepaard met hoofdpijn en koorts. Behandeling met antibiotica zorgt er niet voor dat de zweren sneller genezen, maar voorkomt wel sterfte. Als er niet behandeld wordt, kan de ziekte in 10 tot 20 % van de gevallen dodelijk verlopen.
De longvorm wordt ook wel ‘wolsorteerdersziekte’ genoemd. Deze vorm ontstaat door inademing van de sporen. Eerst ontstaat een ‘gewone verkoudheid’, maar na 2 tot 4 dagen treedt kortademigheid op. Dit gaat gepaard met hoge koorts en het opgeven van bloed. Zelfs bij behandeling met antibiotica overlijden de meeste patiënten binnen 24 uur.
Na het eten van met de miltvuurbacterie besmet voedsel kan de darmvorm ontstaan,die twee verschillende beelden heeft: de zogenaamde abdominale vorm (abdomen = buikholte) en de orofaryngeale vorm (orofaryngeaal = van mond en keel). In het eerste geval ontstaan misselijkheid en koorts, die overgaan in bloederige diarree en heftige buikpijnen. In het tweede geval ontstaat ook koorts, maar nu gaat het gepaard met moeilijk slikken, lymfklierzwelling in de nek en bloedvergiftiging, waaraan zo’n 50 procent van de patiënten uiteindelijk (ongeacht behandeling) sterft.

Behandeling en preventie

In Nederland komt miltvuur eigenlijk niet meer voor. Wat we er in Nederland nog van kennen zijn de zogenoemde ‘miltvuurbosjes’. Dit zijn bosjes van bomen en struikgewas die boven op een met miltvuur besmet begraven kadaver staan, vaak midden in een weiland. Deze bosjes zijn vroeger geplant om te voorkomen dat mensen deze kadavers per ongeluk weer op zouden graven. Omdat miltvuursporen vele jaren lang levensvatbaar blijven, is het verstandig deze bosjes nooit om te gooien en vervolgens de bodem om te woelen, bijvoorbeeld om er huizen op te zetten.
Het blijft echter van belang dat personen die beroepshalve omgaan met dierlijk materiaal (leerlooiers, wolsorteerders etc.) tijdens hun werkzaamheden met wol en huiden uit het buitenland, beschermende kleding, handschoenen en mondkapjes dragen. Dierenartsen dienen bij dieren die plotseling dood in de wei worden gevonden ook altijd de mogelijkheid van een miltvuurbesmetting in het achterhoofd te houden en moeten de juiste beschermende maatregelen nemen.
Voor mensen is er geen vaccin beschikbaar in Nederland. Vooral in grote delen van Afrika komt miltvuur nog veel voor. Dit heeft voor een groot deel te maken met het ontbreken van goede en vaak kostbare diergezondheidsprogramma’s. De gewoonte om dood gevonden dieren op te eten vormt een groot risico op het krijgen van de  ziekte.

U hebt zojuist een Premium artikel gelezen.
Wilt u onbeperkt artikelen lezen op veehouderenveearts.nl, neem dan contact op met uw dierenarts
Meer over:
PaardenRundveeSchaap-GeitZoönosen
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Veehouder & Veearts volledige toegang

Nieuwsbrief Wilt u volledige toegang tot de website en het magazine thuis ontvangen? Neem dan contact op met uw dierenarts.